Grondslagen van resultaatbepaling
Algemene uitkering
De uitkering uit het provinciefonds is conform de septembercirculaire
Dividend
Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als baat genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar wordt gesteld.
Resultaatneming grondexploitatie (Hart van de Heuvelrug - Vliegbasis Soesterberg)
De uitvoering van de samenwerkingsprojecten Hart van de Heuvelrug en Vliegbasis Soesterberg beschouwt de provincie Utrecht als één grondexploitatie, binnen de overkoepelende provinciale grondexploitatie. Na afronding van de programma’s – voorzien in 2025 - worden de “plussen en minnen”, die in het Beheerfonds samengebracht worden, verrekend met de provinciale algemene middelen.
Afschrijving
Dit is nader toegelicht bij de (im)materiële vaste activa.
Opcenten Motorrijtuigenbelasting (MRB)
Er is sprake van een inherente onzekerheid met betrekking tot de baten vanuit de provinciale opcenten op de MRB. De motorrijtuigenbelasting wordt door de belastingdienst bij de burgers van de provincie Utrecht geïnd. De provincie Utrecht beschikt niet over het inzicht in de administratie van de belastingdienst en ontvangt geen zekerheid in de vorm van een accountantsverklaring van een onafhankelijke accountant bij de periodieke verantwoordingsinformatie van de belastingdienst.
Subsidieverstrekking
De lasten m.b.t. projectsubsidies worden genomen in het jaar waarin de provincie de verplichting aangaat. Dit is het jaar waarin de subsidie wordt verleend. De lasten m.b.t. exploitatiesubsidies worden genomen in het jaar waarop de subsidie bijdraagt aan het exploitatietekort van de subsidieontvanger.
Grondslag voor resultaatbepaling en waardering
De baten en lasten worden tenzij anders vermeld, toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. De lasten als gevolg van voorlopige subsidietoekenningen worden genomen op het moment van het beschikken (afgeven van de beschikking), tenzij:
a. De hoogte van de subsidie expliciet is verbonden aan de te leveren prestaties (p x q subsidies), voorbeeld hiervan is een vast bedrag aan subsidie per aangelegd bushokje.
b. De subsidie op basis van de subsidiebeschikking expliciet toe te rekenen is aan volgende begrotingsjaren (bijvoorbeeld een subsidie concessie openbaar vervoer toegekend in 2018, maar bestemd voor exploitatiejaar 2019).
c. Per balansdatum reeds een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van de eventueel terug te vorderen subsidie (dit corrigeren op de last). Dan wordt een vordering te opgenomen in de jaarverslaggeving (inclusief correctie op de lasten) indien op een betrouwbare wijze kan worden ingeschat welk deel van de toegekende subsidies zal worden ingetrokken dan wel lager zal worden vastgesteld. Indien blijkt dat dit bijvoorbeeld op basis van de afgelopen jaren geen constant beeld oplevert en derhalve geen betrouwbare inschatting gemaakt kan worden, dan wordt de vordering uit voorzichtigheid nog niet verantwoord.
Als gevolg van deze verantwoordingssystematiek bestaat er op balansdatum derhalve een onzekerheid ten aanzien van de exacte hoogte van de (nog te betalen) subsidies.